Dank voor uw deelname aan de Klassiekerrally Winterswijk 2016. Dit evenement is georganiseerd om liefhebbers van klassieke automobielen een dag heerlijk sturen door de Achterhoek en Liemers te bieden, waarbij de inwendige mens zeker niet vergeten wordt. Natuurlijk is het alleen al prachtig om over de vele ‘rijderswegen’ te rijden, maar door enkele tests en letters die u onderweg moet verzamelen, is er toch sprake van een competitief element. Voor de equipes die de minste strafpunten verzamelen is er dan ook een prijs beschikbaar. Voor zowel de Tour- als de Sport ‘Light’ klasse zijn elk drie prijzen beschikbaar.

Aard van de rally
De Klassiekerrally Winterswijk is géén snelheidsrit. De gemiddelde snelheid ligt tussen de 30 en 40 kilometer per uur, dus nergens hoeft en mag de gemiddelde snelheid overschreden worden. Op genoemde snelheid zijn de richttijden gebaseerd (zie Richttijden en locaties). Er wordt veel van kleine wegen gebruik gemaakt, die ongetwijfeld ook in trek zijn bij andere weggebruikers, zoals fietsers, ruiters en wandelaars. Hou daar rekening mee. Er zijn geen tijdcontroles, dus u heeft geen enkele reden om te hard te rijden. Sterker nog: U loopt de kans controleposten te missen wanneer u te snel bent. De afstanden (in km) in het routeboek zijn indicatief en niet met een geijkte Tripmaster o.i.d. gemeten. Dit omdat in de meeste auto’s ook geen dergelijke meetapparatuur aanwezig zal zijn, en omdat het niet noodzakelijk is voor het volgen van de route.

Aard van de wegen
Over het algemeen is getracht provinciale wegen zoveel mogelijk te mijden. Ook zandwegen zijn zo min mogelijk in de route opgenomen, maar een enkele keer kan het voorkomen dat zo’n weg toch bereden moet worden. In zo’n geval staat dat uitdrukkelijk in het routeboek aangegeven. In andere gevallen tellen zandwegen niet mee in het routeboek. Wanneer een verharde weg een slecht wegdek heeft, of wanneer er vervelende drempels in de weg zitten, wordt dit ook vermeld.

Voor de start
Om ongeveer 9:30 uur zal er een briefing zijn, waar nog een korte uitleg van het routeboek wordt gegeven. De briefing wordt afgesloten met een gelegenheid tot het stellen van vragen. Om 10:00 uur zal de eerste equipe van start gaan.
Controleer voor de start ook of u het juiste routeboek heeft, en of uw routeboek compleet is. Het routeboek bevat de route van zowel de ochtend- als de middagetappe. De pagina’s zijn genummerd. Het is dus eenvoudig te zien of een pagina ontbreekt of dubbel is. Er zijn twee klasses, Tour en Sport ‘Light’. Er kunnen kleine verschillen tussen de routes van beide klasses zitten.
Controleer ook of u uw controlekaart heeft ontvangen en vul duidelijk uw equipenummer, namen en de gevraagde gegevens van uw auto in.

Richttijden en locaties
Op uw controlekaart staan tijden vermeld bij de diverse tests en locaties. Dit zijn richttijden. Binnen de genoemde tijden is de test of andere locatie bemand. Komt u te vroeg of te laat, mist u punten. Of een heerlijke lunch. Om dat te voorkomen, zijn de adressen van de betreffende locaties in het routeboek vermeld. Mocht u dus helemaal de weg kwijt zijn, kunt u via uw navigatiesysteem naar het eerstvolgende punt rijden om van daaruit de route weer op te pakken.

Controlepunten
Om te controleren of u de juiste route hebt gereden staan er langs de route oranje bordjes met daarop een zwarte letter. Alleen de bordjes aan de rechterkant van de weg moeten genoteerd worden. De letters moeten in de juiste volgorde op de controlekaart genoteerd worden. Corrigeren is niet toegestaan. Lege vakjes, verbeteringen en onduidelijk geschreven letters leveren strafpunten op (zie Strafpunten).
Ook zijn er onderweg enkele tests. De uitkomst van de tests wordt door de officials ook op de controlekaart genoteerd.

Gebruikte systemen

Bol‐pijl (Tour en Sport ‘Light’)
Een bol‐pijl is een schematische weergave van een wegsituatie, waarbij de bol aangeeft vanuit welke richting u de situatie nadert en de pijl aangeeft in welke richting u de situatie dient te verlaten.
De situaties kunnen voorzien zijn van een tussenafstand en een totaalafstand.
Het is raadzaam om aan het begin van het traject de tripmaster of dagteller te ‘nullen’. Wanneer dit onderweg noodzakelijk is, wordt dit in het routeboek aangegeven.
Niet alle situaties hoeven getekend te zijn. In dat geval moet u de meest doorlopende (hoofd)weg volgen.
In het geval er geen tussen‐ of totaalafstand is gegeven moet u doorrijden tot u de situatie tegenkomt. In dat geval is het heel belangrijk om de bol‐pijl goed met de werkelijke situatie te vergelijken.
Soms kan een bol‐pijl situatie op meerdere manieren bereden worden. In dat geval moet de langst mogelijke route bereden worden zonder dat er wegen dubbel worden gereden (vaak is dat achter een driehoekje om). Dit geldt overigens NIET voor rotondes.
Onverharde, verboden en doodlopende wegen hoeven niet getekend te zijn, en mogen alléén worden bereden als dit expliciet is aangegeven. Anders moeten ze als niet bestaand worden beschouwd.
Een enkele keer kan het zijn dat niet alle voorkomende wegen op een situatie getekend zijn. U mag dan alléén die wegen rijden die wél getekend zijn.
Ter verduidelijking worden straatnamen vermeld (bij de Sport ‘Light’ klasse minder dan bij de Tour klasse), ook al staan er niet altijd straatnaamborden.

Kaartleestrajecten (Sport ‘Light’ klasse)
In het routeboek zijn drie kaartleestrajecten opgenomen. De uitleg van beide systemen is opgenomen in het routeboek. Bestudeer vóór u vertrekt beide kaarten in alle rust. Het eerste kaartleestraject bevindt zich in de ochtendetappe. Het tweede kaartleestraject in de middagetappe. De kaarten zijn NIET op schaal.

Traject ‘ingetekende lijn’:
De ingetekende lijn dient zo nauwkeurig mogelijk in voorwaartse richting bereden te worden. De lijn mag op geen enkel moment tegengesteld bereden worden. De lijn mag wel tweemaal bereden worden, als dat nodig is.

Traject ‘blinde lijn’:
Hier gelden dezelfde regels als voor ‘ingetekende lijn’, echter ontbreekt (een deel van) de kaart, wat de moeilijkheidsgraad verhoogt.

Traject ‘strippenkaart’:
De route wordt weergegeven als een rechte lijn, die van onder naar boven wordt gelezen. Aan beide zijden van die lijn (de route) zijn streepjes getekend die de wegen die NIET moeten worden ingereden aangeven.
Voorbeelden:
Een streepje aan de linkerkant houdt in ‘een weg links niet inrijden’, dus rechtdoor bij een linker zijweg of rechtsaf bij een rechter zijweg (in dit laatste geval wordt de weg rechtdoor aan de linkerhand gehouden).
Een streepje aan de rechterkant houdt in ‘een weg rechts laten niet inrijden’, dus rechtdoor bij een rechter zijweg of linksaf bij een linker zijweg (in dit laatste geval wordt de weg rechtdoor aan de rechter hand gehouden).
Een streepje aan de linker- en aan de rechterkant (op gelijke hoogte) houdt in ‘een weg links en rechts laten liggen’, dus bij een viersprong rechtdoor.
Twee streepjes aan de linkerkant van de weg, als een > getekend, houdt in dat je twee wegen links moet laten liggen. Hier moet je dus rechtdoor bij een samenkomst van twee wegen aan je linkerkant, of rechtsaf op een viersprong.
Twee streepjes aan de rechterkant van de weg, als een < getekend, houdt in dat je twee wegen rechts moet laten liggen. Hier moet je dus rechtdoor bij een samenkomst van twee wegen aan je rechterkant, of linksaf op een viersprong.

Als bron voor de diverse systemen heb ik gebruik gemaakt van het boek ‘Systemen en Systematiek van het Sportieve Kaartlezen’ door Ben van Delden.

Tests
In beide etappes zijn enkele tests opgenomen. Deze zijn aangegeven in het routeboek. U dient uw controlekaart af te geven aan de official en de instructies op te volgen. Na het afronden van de test geeft de official u uw controlekaart terug en vervolgt u volgens de eerstvolgende situatie in het routeboek uw weg.
Tests worden slechts éénmaal (de eerste keer) afgenomen, ook wanneer u de test meerdere malen passeert.

Strafpunten

Controle gemist of juist te vaak vermeld: 30 strafpunten
Vakje overslaan op de controlekaart: 30 strafpunten
In het vakje knoeien / onleesbare letter op de controlekaart: 30 strafpunten
Foutieve start / finish op test: 15 strafpunten
Pion raken / omrijden op test: 15 strafpunten
Te grote of te kleine afstand op test: 15 strafpunten per meter
Te snel finishen op test: 10 strafpunten per seconde
Te laat finishen op test: 5 strafpunten per seconde
Foutieve route op test: 100 strafpunten
Achteruit rijden na finish: 100 strafpunten
Maximum straf test: 100 strafpunten