Op vakantie met een klassieker roept de nodige vragen op. Niet bij mezelf, maar bij buren, kennissen en toevallige voorbijgangers. ‘Durf je dat wel in zo’n oude auto?’ of ‘Kan hij dat wel aan?’. Ja. Natuurlijk durf ik dat wel in zo’n oude auto. ‘Durf je dat wel in een Prius?’ denk ik dan bij mezelf. Als daar wat kapot gaat ben je in veel gevallen aan de goden overgeleverd. Gaat er in een klassieker iets kapot is het meestal met een basisset gereedschap, spuug, eventueel wat ijzerdraad, tie-raps of ‘McGyver-tape’ tijdelijk te repareren. Een geruststellende gedachte, toch?

Toch behoeft zo’n rit in mijn ogen wel enige voorbereiding. Olie en oliefilter verversen hoort daar bij, net als alles even netjes nalopen. Zo moest het stationair toerental iets teruggedraaid worden. En uiteraard heb ik de auto even gewassen en afgetankt met BP Ultimate. Ze hadden blijkbaar nog voldoende peut over bij het bedrijf dat de hoofdrol speelt/speelde in de grootste olieramp in de geschiedenis…

Hoek van Holland – Harwich
Op vrijdagmiddag vertrokken we dus, bepakt en bezakt, richting Hoek van Holland om met de nachtboot naar Harwich te varen. Het was bloedheet in Nederland. Werkelijk geen pretje in een donkere klassieker! Het in langzaam rijdend verkeer terecht komen verbeterde de situatie niet. We waren dus ook blij om uiteindelijk in de haven aangekomen te zijn, waar we van een beetje schaduw en wat te drinken konden genieten. Ruim op tijd, dus moesten nog wel even wachten. Mooi… Geen stress. De vakantie was begonnen! Vanaf 19.00 konden we inchecken en na wat douaneformaliteiten de Stena Brittanica in rijden.

Na een iets minder dan geweldige nachtrust (volgens mij ontbrak er een blad van de schroef of zo, wat ronkte die schuit zeg!) kwamen we aan in Harwich. Prachtig weer en wat omgeving betreft geen vergelijk met het volgebouwde havenlandschap van Hoek van Holland. Geen kolenhaven, maar glooiende heuvels aan de andere kant van het water. Yes sir, het is zeker: We zijn in Groot Brittannië!

Links rijden en een nachtmerrie
Na een ontbijtje gingen we op pad. Zelfde verhaaltje als in Hoek van Holland, maar dan in omgekeerde volgorde. Duurde wel lang bij de douane, maar uiteindelijk konden we dan eindelijk op pad. Aan de linker kant van de weg, en daar word je met regelmatige tussenpozen door middel van borden langs de weg aan herinnerd.

Het oorspronkelijke plan was om via een fraaie, toeristische route naar onze bestemming te rijden, maar dat idee ging in rook op omdat ons navigatiesysteem ons keurig via snelwegen richting Coventry stuurde. Ging wel lekker vlot. Wat ook vlot ging, was de olieconsumptie van de motor, alleen wist ik dat toen nog niet. Die rookpluim achter de auto toen ik gas gaf had me iets meer zorgen moeten baren…

Afijn, het leek me dus wel aardig om eens te kijken hoe Coventry (waar vroeger o.a. Jaguar gevestigd was) er uit zag. Het klonk ergens best mooi. Maar wat een gruwel! Echt, kom je ooit in je leven in de buurt van Coventry, rij er dan met een grote boog omheen. Het is een nachtmerrie in beton en asfalt. Na drie maal de verkeerde afslag (lagen vreselijk dicht bij elkaar) genomen te hebben, ontsnapten we eindelijk aan de verstikkende greep van de grootste teleurstelling van onze vakantie.

 

Geef een reactie