AMSTERDAM, 22 september 2010 – De Nederlandse equipe in de monsterrally Peking-Parijs heeft midden in Mongolië door domme pech de strijd moeten staken. Een zanderige toegang tot het kampement in Teel River bleek net één uitdaging te veel voor de achteras. Per vrachtwagen werd hun Lagonda 3-Litre Special vervoerd naar de afgelegen nederzetting Khovd, maar daar bleek lassen van de as niet mogelijk. Daardoor restte Maarten Hoeben en Jeroen Bruintjes niets anders dan de handdoek in de ring te gooien. Hun avontuur was te volgen op 9000mijl.nl.
Na een zware eerste week zat het geploeter door de Gobi-woestijn er nog niet op. Nog drie dagen rijden was het naar Khovd in Noordwest-Mongolië, de pleisterplaats voor de volgende rustdag. Daarna zou er nog één etappe door de Mongoolse hoogvlakte volgen, waarna de Russische grens en het asfalt zouden lonken. Op dag 8 ging het van Tariat naar Uliastai, twee kleine Mongoolse nederzettingen. Het was net zo zwaar als tijdens de eerste paar ritten na het vertrek uit de hoofdstad Ulanbator. “We hebben ’t langzaam aan gedaan”, zei een montere Maarten over de satelliettelefoon. “Verstandig, want we passeerden voortdurend gestrande auto’s. Het was een slagveld!”
De dag erna zou de Gobi desondanks zijn eerste tol eisen. Bij aankomst in Teel River kwam de noodmelding per sms over de satelliettelefoon, die alleen in hoofdletters praat: “CHASSIS IS GESCHEURD,MOET MORGEN GELAST+MAAR WE RIJDEN NOG”. Even later een iets kalmere reactie van Jeroen: “Mongolië is bijna achter de rug. Godzijdank. Wat een hel. De Lagonda komt eruit tevoorschijn met een gescheurd chassis, een lekkende achteras, een gescheurde motorkap, een gescheurde radiator en een vernielde carterbescherming.”
Vervolgens de verklaring voor de grimmige omstandigheden: “Het probleem is: het heeft hier een tijdje geleden fors geregend. Daardoor zijn miljoenen plassen in de zandwegen blijven staan. Het water droogt op en wat blijft is een kuil. Miljoenen kuilen, een gatenkaas. Je kijkt ernaar en denkt: daar kún je gewoon niet overheen rijden. Maar je moet wel. Je wilt immers aankomen, elke avond weer. Dus rijd je stapvoets door. Een uur, twee uur, soms vijf uur lang. Je vloekt, je scheldt, je bent moe, maar je móet geduldig blijven, want anders rijd je de auto in de soep.”
De scheur in het chassis bleek niet het ergste. Bij vertrek uit het kamp in Teel River ging het al mis. Terwijl ze door door het zand ploegden om weg te komen, was er opeens geen overbrenging meer. “KOPPELING IS STUK,WE WORDEN AFGESLEEPT”, zei de sms. Aan het eind van de dag belde Jeroen vanuit Khovd: “We hebben net 140 km achter op een vrachtwagen gereden en zijn nu in het kamp aangekomen. Wel weer een andere ervaring om Mongolië op die manier te bekijken. Het was gelukkig een korte etappe vandaag. Morgen gaan we alles repareren en dan komt ‘t helemaal goed.”
Helaas kwam het niet meer goed. De kapotte koppeling – waarvoor ze een reservekop
pelingsplaat bij zich hadden – bleek nog in orde. De aandrijving bleek te zijn weggevallen door een kapotte achteras. Verwoede pogingen om de as in Khovd gelast te krijgen liepen uit op een fiasco. In plaats van de as te repareren, probeerde de Mongoolse garage de boel op te lichten en begonnen monteurs zelfs gereedschap uit de auto te stelen. Met een auto zonder aandrijving lieten ze zich terug naar het kamp slepen.
De thuisbasis had weliswaar een noodplan in uitvoering – waarbij een reserveas in Engeland zou worden gehaald en daarna naar Kazachstan zou worden gebracht – maar Maarten en Jeroen hadden dan van notoir onbetrouwbare Russische vrachtwagenchauffeurs een vrachtwagen moeten huren om de Lagonda helemaal naar Almaty te brengen, 2500 km verderop. Dat was één brug te ver. Een schrale troost: ze zijn niet de enige equipe voor wie de Gobi te machtig bleek. Over drie jaar een herkansing? Wat nu rest, zijn de herinneringen aan een prachtig avontuur en de verbluffendste uitzichten die een mens ooit op zijn netvlies kan krijgen.
De Peking-Parijs van Maarten Hoeben en Jeroen Bruintjes De langeafstandsrally Peking-Parijs (www.pekingparis.com) is een hommage aan de originele rally, die in 1907 werd verreden als allereerste transcontinentale autotocht. De huidige monsterrally, die in 1997 het licht zag, laat voor- en naoorlogse klassiekers toe in drie klassen: Pioneer (auto´s van vóór 1921), Vintage (vóór 1941) en Classics (tot uiterlijk 1968). De rit is zo zwaar dat de rally maar één keer in de drie jaar wordt verreden. Dit jaar voert hij van Peking via Mongolië, Rusland, Kazachstan, Oezbekistan, Turkmenistan, Iran, Turkije, Griekenland en Italië naar Parijs. Wie door pech achterblijft, moet het zelf zien te rooien. De karavaan blijft niet wachten.
De deelname aan Peking-Parijs was een langgekoesterde droom voor Maarten Hoeben. Maarten vroeg Jeroen Bruintjes, voor wie geen enkele auto technische geheimen kent, mee als monteur en co-piloot. De droom werd werkelijkheid toen het duo stuitte op een oude Lagonda uit 1931. Met engelengeduld en oog voor detail restaureerden ze de oude dame in twee jaar tijd tot een rallyklaar meisje. De White Hamster Stable van Maarten en Jeroen deed mee in de Vintage-klasse en was de enige Hollandse equipe in een overwegend Brits en Amerikaans deelnemersveld.
De avonturen van Maarten, Jeroen en hun Lagonda 3-Litre Special waren dagelijks te volgen op het weblog 9000 Mijl (www.9000mijl.nl), de afstand die ze in zes weken moesten afleggen. Rechtstreekse updates per satelliettelefoon, die via de thuisbasis op het blog werden geplaatst, werden afgewisseld met een dagelijks verslag aan het eind van elke wedstrijddag.
Op moeten geven bij zo’n evenement is altijd domme pech, want voorbereidingen zijn er genoeg geweest. Dit is balen zeg…