Een tijdje geleden presenteerde Jaguar bovenstaande teaser, waarop de contouren van een crossover-concept van het merk te zien waren. Grote verontwaardiging ontstond onder de liefhebbers van het merk. Een crossover van Jaguar, het merk van de XK120, XK140 en XK150, de C-type, D-type en E-type, dat kán en mág toch niet!? Even later werden de eerste beelden van de door Ian Callum ontworpen C-X17- vrijgegeven en na de presentatie op de IAA vandaag bleek definitief: Het kán wel. Maar mág het ook? Of draait Sir William Lyons zich om in zijn graf? Laten we dat eens bepalen aan de hand van de door Lyons benoemde kernwaarden van het merk: Grace… Pace… Space.
Grace
Oh oh… Daar lijkt het gelijk al mis te gaan. Een crossover als gracieus bestempelen grenst aan krankzinnigheid. Wanneer je het in het juiste perspectief zet wordt het oordeel al iets milder. Vergelijk ‘m maar eens met een Peugeot 4008, Honda CR-V of BMW X3 (die 8 cm korter en 2,3 cm hoger is). Dan doet het al wat minder pijn. Parkeer ‘m naast een wat forsere SUV, bijvoorbeeld een Audi Q7, Porsche Cayenne of BMW X5, en de C-X17 is zonder enige vorm van concurrentie het mooiste meisje van de klas. Vergeleken met de traditionele Jaguar modellen voldoet hij dus niet aan de waarde ‘Grace’. In zijn marktsegment geeft hij daar echter ruimschoots voldoende invulling aan. Goed gedaan Ian!
Pace
Wanneer we de vierpitters van Jaguar buiten beschouwing laten, biedt het motorenmagazijn voldoende opties om de C-X17 adequaat te motoriseren. De pk-race begint bij een 3 liter V6 TDI met 275 pk bij 4000 tpm. Die sleurt de dik 1800 kg zware XJ al in 6.4 seconden naar 100 kilometer per uur. Wil je de plaggen van het poloveld wat verder wegslingeren? Dan bieden de 3 liter V6 met 340 pk (0-100 in de XJ: 5,9 seconden) en de 5 liter V8 met 510 pk (nog een seconde sneller dan de V6) daarvoor erg leuke opties. Het is een aanname, maar we gaan er van uit dat het met het tempo van deze dikke kat ook wel goed zit.
Space
Ruimte. De meeste crossovers nemen daarvan op de parkeerplaats voldoende in. Maar heb je ooit in een van die auto’s gezeten? Zo groot als ze van buiten lijken, zo klein voelt ’t vaak van binnen. In de C-X17 ziet het er op dit vlak ook niet rooskleurig uit: Passagiers hebben elk hun eigen stoel, waardoor er in totaal slechts 4 zitplaatsen beschikbaar zijn. Het gebrek aan binnenruimte moeten we ‘m echter vergeven, mits het in het echt een prachtige en oogverblindende rijmachine blijkt te zijn: In een XK-120 is namelijk ook geen ruimtewonder. En dat beschouwt iedereen terecht als een echte Jaguar.
Conclusie
Hoe graag ik deze crossover van Jaguar tot de grond af zou willen branden: Ik kan het niet. Diep in mijn hart vind ik dat een merk als Jaguar geen crossovers hoort te maken. Want wat is de volgende stap? Een SUV? Ik moet er niet aan denken. Maar de C-X17 heeft zo te zien wel voldoende van de voor Jaguar belangrijke kernwaarden. En waarschijnlijk is de auto belangrijk voor het overleven van het merk. Wanneer ze dan dan net als Porsche in staat stelt om geweldige sportwagens als de F-type te blijven bouwen, wil ik wel een oogje of twee dichtknijpen. Ik hoop alleen dat ik een dergelijk artikel nooit over een merk als Aston Martin hoef te schrijven…
