Zoals al eerder werd geschreven : Lente: Haal de klassiekers uit hun winterslaap!           

Dit liet de fiat 500 club zich geen 2 keer zeggen. 
28 maart stond hun eerste tourrit en rally gepland voor dit jaar. Deze keer was de  omgeving van Heerenveen het toneel voor de 3e rugzakrally en 1e rugzakrit. Gelukkig waren de weergoden goed gestemt, deze hele dag is droog gebleven met af en toe zon.           

Rugzakrallye of Rugzakrit
Het verschil tussen de rallyrijders en de deelnemers aan de Rugzakrit is heel eenvoudig. De rallyrijders rijden in wedstrijdverband van start naar finish, volgens een voorgeschreven wijze en binnen een voorgeschreven tijdvak. De deelnemers aan de Rugzakrit rijden een andere route en zijn niet gebonden aan strakke tijdschema’s. Gezelligheid staat voorop en daarom treffen de deelnemers elkaar ook onderweg voor een kop koffie.
De rally rijders kregen ( 10 minuten voor hun start) een route boek met verschillende route systemen.  De gekozen systemen zijn: blinde lijn, punten vrije route, ingetekende lijn met barricades en punten en pijlen kortste route.  De een ging het makkelijker af dan de andere, vooral de stempel posten werden nog wel eens gemist.         

 
 
 

Historie van de 500 

    

      In 1957 rolde de eerste 500 Nuova van de lopende band in Turijn. Deze 500 was de opvolger van de al even legendarische Fiat 500 “Topolino” die van 1936 t/m 1955 werd geproduceerd.         Evenals de Topolino is het vijfhonderdje een ontwerp van Dante Giacosa, een man die bij zijn ontwerpen het design niet uit het oog verloor. In de 18 jaar dat de 500 werd geproduceerd verveelde het model niet en zelfs nu nog wordt het rugzakje geroemd om z’n vormgeving.         

Zoals gezegd werd de 500 vanaf 1957 geproduceerd. Het eerste model was de Nuova 500, ook wel “N” genoemd. Deze 500 werd “kaal” gehouden om niet te veel te concureren met de Fiat 600 en had bv geen verwarming, geen achterbank en geen draaibare zijramen in de portieren. Verder had deze 500 een open dak tot aan de achterklep en een geheel ander thermostaathuis bij de motor.          

Vanaf 1960 verscheen de 500 D. Deze had nog wel de deuren die aan de voorzijde opengingen, de “kruizekijkers”, maar was luxer uitgerust en het motorvermogen werd wat opgekrikt. Verder ontbraken bij de “D” de ventilatiesleufjes op het voorscherm en verdwenen de “katteogen”, de grote knipperlichten op de voorspatborden. In 1965 kwam de 500 F op de markt. Deze had normaal openslaande deuren, een hogere voorruit, smallere dorpels en een andere benzinetank. Verder werd de motor weer aangepast.          

Naast de F werd van 1968 t/m 1972 de Fiat 500 L op de wereld gezet. Dit model was een luxere uitvoering van de F en was dan ook voorzien van een aantal verfraaiingen, zoals sierbeugels bij de bumpers, chroom in de ruitrubbers, luxere bekleding, bekleed dashboard met breder snelheidsmeterhuis met daarin zelfs een benzinemeter. 1972 was het jaar dat het laatste 500 type het levenslicht zag. De 500 R had de sterkere motor gekregen van de Fiat 126 en kreeg z’n oude vertrouwde dashboard (zonder poespas) weer terug. Voorts kreeg de R dichte stalen velgenIn 1975 viel het doek voor de Fiat 500. Op dat moment waren er meer dan 3,5 miljoen geproduceerd.          

In de gehele productieperiode van de Fiat 500 zijn er veel ontwerpen geweest gebaseerd op het onderstel van de 500. Allereerst natuurlijk de bestel 500: de Giardiniera. Verder produceerde Autobianchi een hele lijn Bianchina’s en werden 500-tjes getuned of omgebouwd door onder andere: Vignale, Abarth, Lombardi, Weinsberg, Moretti, Steyr-Puch, Ghia, Giannini etc.
          

Fiat 500 en Abarth

Toen de Fiat 500 in 1957 aan het publiek werd voorgesteld was dit alles behalve enthousiast. Om de wagen zo goedkoop mogelijk te houden was er namelijk bespaart op zo ongeveer alles wat mogelijk was, met als gevolg dat de auto door de stijlgevoelige Italianen niet werd gekocht.   

Om hierin verandering te brengen werd dan ook al snel besloten het imago van de auto op te vijzelen. Hiertoe werd bijvoorbeeld overgegaan tot deelname aan allerlei wedstrijden en endurance races die het robuuste karakter van de auto moest onderstrepen, maar daarover later meer. Allereerst moet namelijk melding gemaakt worden van een tweede wapen dat Fiat vanaf mei 1958 in de strijd gooide, de introductie van de 500 sport. Dit was een afwijkend model, dat zich naast het vaste dak, de tweekleurenlak (gebroken wit en rode flanken) en de rode wielen nog het meest onderscheidde door de opgevoerde motor. De boring van de motor werd vergroot naar 67.4 mm, de motor kreeg een snellere stalen nokkenas, speciale zuigers, grotere kleppen en een andere carburateur. Het gevolg van al deze inspanningen was dat het vermogen groeide van 15 naar 21 en een halve DIN-pk. Met dit vermogen, een iets langzamer draaiende koelventilator en een langere eindreductie (8/39) was de auto in staat tot een duizelingwekkende 105 kilometer per uur. Veel belangrijker echter was dat de acceleratietijden sterk afnamen. Deed het originele model met de 15 pk motor er nog 40 seconden over om de tachtig kilometer per uur te halen, de sport had hiervoor niet meer nodig dan 21 seconden. De sport bleef in productie tot het najaar van 1960.   

Bron: www.fiat500club.nl
Meer foto’s www.m-blom.nl    

 
 
 


       

 

 

    

  

       
      
     

  

  

   
 
 
 

 

 

6 reacties

  1. Een vriend van me had ooit twee 500’s voor de handel. Met de suicide deuren. Starten? Een hendeltje tussen de stoelen omhoog trekken…
    Geweldige auto’tjes…

    Te moderne velgen onder zulk soort auto’s vind ik persoonlijk niet erg fraai. Maar ‘t is natuurlijk makkelijk ongedaan te maken.

  2. Author

    het knuffelgehalte is zeker hoog van deze klassieker!

    wat dat betreft is het een sterk ontwerp. ook nu heeft de 500 nog de uitstraling en knuffelgehalte als toen. misschien ook wel de meest bekende auto onder niet auto liefhebbers ( ja ja, deze zijn er ook nog… hier naast me op de bank bijvoorbeeld 😛 )

  3. De kleur en velgen van de topolino zijn ook niet helemaal mijn ding. Maar ben wel weer benieuwd wat daar alleemaal in zou kunnen passen met dat blok op een wel heel onlogisch plaats….

  4. Welke auto’s hebben een echt knuffelgehalte, deze zeker en voor mijzelf ook de Twingo met zijn gekke kikkerogen.
    Da’s het leuke van ontwerp, als je een ontwerper hebt die nuchterheid boven aan het lijstje heeft staan, gaat ontwerp over in design.
    Iedereen denkt dat design alleen is weggelegd voor de hogere segmenten, kijk de 500 aan het tegendeel is bewezen.
    Minder = meer !

  5. Author

    @citrofiel..

    ik zie ook geen reden om dit cursief te zetten 🙄 , heb het aangepast.

    Thnx!

  6. Het eerste wat ik denk: Ouch, wat een afschuwelijke Topolino! Moet dat nou? 😕 Ik ben echt een fan van de Toop, mijn vader heeft er nog altijd één, een C. Dat was één van de eerste vier auto’s die hij in zijn bezit had. Dat waren allemaal Topolino’s (ACCC), die hij op een gegeven moment allemaal tegelijk in bezit had. Toen heeft hij er één verkocht (bestaat nog!), één gehouden, één gesloopt en één in het kanaal geduwd. (hij weet nog onder welk huis hij ligt, aangezien het kanaal is gedempt). 😀

    Verder: Wat is het verschrikkelijk handig om een duidelijk overzicht te hebben van al die letters in de typeaanduiding. Ik raak er altijd helemaal de weg in kwijt.

    PS. Ik zie geen reden om het tweede stuk helemaal cursief te drukken…?

Comments are closed.